Het voorrecht van zorgen

Gepubliceerd op 15 mei 2022 om 10:30

- Wanneer het einde van het leven nadert, en je elkaar niet meer kan helpen op de manier die je altijd gedacht had te gaan doen- 

Ze was ernstig ziek, het lichaam was op en gaf langzaam op, als je ver over de tachtig bent lijkt dat een redelijk moment. Daar zat ik op het balkon van hun appartement het was 40 graden en bloed heet. Ze sliep veel en dat gaf me tijd om met haar partner in gesprek te gaan. Over de negentig inmiddels en een man die duidelijk altijd de regie in zijn leven had gehad. Ik was een broekje die niet moest denken dat ik hem iets kon vertellen, dat moest duidelijk zijn, en ik liet hem dan ook weten weten dat dat ook niet mijn insteek was. Ik ondersteun waar uw vrouw hulp nodig heeft meneer, dat is mijn werk, ik kom u zeker niet vertellen hoe u uw leven moet leiden, u bent daarin ervaringsdeskundige lijkt mij. En dat was dan dat. Toch waren daar ook de emoties, omdat hij toch ook toe moest geven niet meer voor haar te kunnen zorgen zoals hij zou willen.

En daarbij had hij zijn mancave op moeten geven aan een groep vrouwen die de zorg kwamen doen voor zijn vrouw. Dat moet niet makkelijk geweest zijn. Ze verplaatsten alles, ze vragen constant alles en daarbij wilden ze hem steeds van alles uit handen nemen, terwijl hij alles altijd zelf had gedaan. In de dagen die kwamen ging het van verdriet en rouw naar hoop. Mevrouw knapte beetje bij beetje op. Ze kwam uit bed, ging weer eten en drinken en nadat ze een katheter kreeg verdween de grootste verwardheid. En in de weken die volgde werd het onduidelijk hoe nu verder. Mevrouw zou altijd zorg nodig hebben maar hoe lang zou dat nog zijn? Van een terminale toestand naar een leven waarvan niet in te schatten was hoe lang dat zou duren, dat leek verdacht veel op jou en mijn leven.


Op het moment dat we dachten de zorg terug te brengen werd meneer minder. Oedeem, wonden, en we bleven, nu voor twee personen die zorg nodig hadden. De zorg werd niet makkelijker. Zorgen voor iemand die niets uit handen kan geven is frustrerend. Hem in pijn en ongemak zien en er niet veel aan mogen doen confronteerde mij met mijn eigen onmacht, willen helpen om zijn lijden te verlichten ging ook over het verlichten van mijn eigen lijden. Iemand in pijn zien is niet gemakkelijk, en ook al lijken we de ander te willen helpen, is ons motief vaak wat dieper dan dat, en blijkt bijna altijd om onze eigen pijn te gaan. De emoties konden hoog oplopen. Zijn verzet tegen het langzaam weglopen van het leven, en ons verzet tegen zijn verzet, en dan mevrouw, die daar zat en hem mee wilde krijgen in de acceptatie. De kinderen deden veel voor ze, en dat was een pittige taak. Mantelzorgen betekend alle, niet medische zorg, voor deze mensen overnemen, naast werken en een gezinsleven, hobby's, en vrienden.

Diep respect had ik voor ze en met liefde nam ik wat van die taken over, ook al wist ik ook wel dat dat niet in mijn taken pakket hoorde, men (de grote systemen) hoeft niet altijd alles te weten. Je zult de zorg maar nodig hebben, en je zal het maar doen, zo dicht bij elkaar leven, in elkaars intieme zone, hoe zou jij ermee omgaan? Met regels en protocollen proberen we dit af te dichten, maar als puntje bij paaltje komt heeft het werk allemaal veel meer te maken met menselijke emoties die heen en weer vliegen. En als die luchtig en dankbaar zijn is dat een ding, maar als het om verdriet, pijn en rouw gaat is het heel iets anders. Als hulpverlener ben je gewend je cliënt bovenaan te zetten, en is er tot op een bepaalde hoogte een 'professionele' ruimte. Maar wat gebeurt er werkelijk? Hoe vaak komen we in conflict of proberen we onze pijn te fixen door de ander te fixen, al is het maar voor even.


Dit is waarom ik de zorg koos, en waarom ik de palliatieve zorg kies. Die diepe menselijkheid waar we in geraken worden, die plek waar het pijnlijk is en daar ruimte aan geven, omdat ik weet dat het goud in de modder verborgen ligt. Soms hebben we gewoon meer tijd en ruimte nodig om het te vinden, en soms is het niet wat we dachten.


Beide echt lieden hebben hun lichaam inmiddels verlaten, en ik ben ergens blij voor ze, hun lichaam was op, en tegelijkertijd is daar een diepe dankbaarheid naar hen, omdat ze me zoveel van zichzelf lieten zien, ook al was dat niet altijd mooi. En ik noem het niet mooi omdat het mijn pijn raakt, en die vind ik vaak niet mooi. Het heeft oefening nodig om mijn eigen pijn te zien, te bedden, en te helen waar ik kan en om daarnaast ruimte te hebben voor de ander, met alles wat hij of zij ervaart. En ik kan me niets mooiers wensen dan zo dichtbij mensen mogen en kunnen zijn en samen ontdekken hoe we de zorg vormgeven zodat iemand zijn leven kan leiden zoals hij of zij dat wenst, zoveel als mogelijk in ieder geval, en om daardoor zelf te kunnen groeien en te leren is een waar voorrecht. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.