"Goede palliatieve zorg is vooral creativiteit en medemenselijkheid."
Wanneer ik de kamer binnenkom om meneer te vragen of hij na een lange nacht nog wat van mij nodig heeft, of hij gewassen wil worden komt er een muur van scheldwoorden op mij af. Lichtelijk verbouwereerd staar ik hem aan en vraag me razendsnel af wat er gaande is. Dan zie ik dat hij een urinaal aan probeert te leggen. Ik ga al, zeg ik, als ik wat kan doen dan bel je maar en ik draai me om. Binnen wordt het weer rustig.
Een uur later belt hij inderdaad, en als ik bij hem kom krijg ik zijn excuses. Hij heeft mijn hulp nodig. Zijn wantrouwen is reuze groot, er is hem zoveel ontnomen in zijn leven en ook wij ontnemen hem steeds dingen.
Hij versmeerd helemaal omdat hij zijn benen niet langer kan gebruiken. Het lukt hem niet om zelfstandig uit bed te komen, douchen gaat niet meer en hij schaamt zich vreselijk voor zijn lichamelijke aftakeling. Het raakt me iedere keer weer iemand zo onthand te zien, zo in onmogelijkheden. Ik besluit hem al mijn aandacht te geven in de 4 dagen die ik achter elkaar werk zodat hij mij leert kennen en vertrouwen.
En af en toe vlamt het schelden weer op, maar ik laat dat maar, ik zie nu dat het schaamte en onmacht is. Ik laat hem weten dat ik toch niet weg ga, dat ik wel wegloop uit de scheldpartijen maar dat ik steeds weer daar ben als hij besluit toch hulp nodig te hebben.
Iron Maiden heeft hij opstaan, op repeat. Hij is verrast dat ik dat wel leuk vind, ik vertel hem over mijn mooiste jeugdherinnering, waarbij ik naar het hardrock café ging en mij omringde met stoere mannen zoals hij en hij moet lachen en begint te vertellen over muziek maken en het trainen dat hij nog altijd doet om zijn spieren fit te houden.
Ik zie een man die zo benauwd is dat ik niet snap hoe je nog kunt roken, een man die iedere keer in een nat bed ligt van de urine omdat hij de koppig is ons te laten helpen. een man die zijn dood aan de ene kant aanvaart, het leven is wel goed zo. En een ander moment flink wil trainen voor als zijn lichaam weer geheeld kan zijn.
Het zijn de rouwfasen die voorbij komen zie ik nu, boosheid, onmacht, onderhandelen, aanvaarden en met een lach en een vloek. Ook als zorgverleners team wordt er onmacht ervaren. We zijn niet in de gelegenheid om goede palliatieve zorg te verlenen.
De ruimtes zijn te klein om hem te kunnen douchen nu hij niet meer kan lopen en veel zorgverleners hebben in geen jaren iemand in bed gewassen of een tillift bediend. En met een hoop doorzetting, creativiteit en moed gaan we het met elkaar wel aan. Inmiddels kunnen steeds meer mensen hem wassen en als hij weer eens op de grond ligt omdat hij dacht het wel even alleen te doen wordt hij met een lift weer in bed gehesen.
Alles is afhankelijk van het verhaal wat we elkaar vertellen. Ik vertel graag de verhalen die ons hart raken, die hoop brengen en boven alles een beroep doen op onze medemenselijkheid en alles wat we van daaruit kunnen doen en ook doen, ook al is het soms met tegenzin en weerstand. Iedereen hoop dat deze man snel naar een plek overgeplaatst wordt waar ze hem de zorg kunnen geven die hij verdient, en ik, ik hoop dat hij stilletjes in zijn slaap vertrekt, nog voordat het zover moet komen, want een andere plek is ook als het verplaatsen van een oude boom, bij ons heeft hij het ook goed, omdat het is wat hij al zo lang kent, een plek waar je mag schelden en zorgverleners iedere keer weer terug komen. En wijselijk niets zeggen als je in bed ligt te roken als een ketter en stik benauwd bent.
~Marieke
Reactie plaatsen
Reacties